Jump to content

aflijvend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Participle

[edit]

aflijvend

  1. present participle of aflijven

Declension

[edit]
Declension of aflijvend
uninflected aflijvend
inflected aflijvende
positive
predicative/adverbial aflijvend
aflijvende
indefinite m./f. sing. aflijvende
n. sing. aflijvend
plural aflijvende
definite aflijvende
partitive aflijvends