Jump to content

aanstotend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

aanstotend

  1. present participle of aanstoten

Declension

[edit]
Declension of aanstotend
uninflected aanstotend
inflected aanstotende
positive
predicative/adverbial aanstotend
aanstotende
indefinite m./f. sing. aanstotende
n. sing. aanstotend
plural aanstotende
definite aanstotende
partitive aanstotends