Jump to content

aangeroepen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

aangeroepen

  1. past participle of aanroepen

Declension

[edit]
Declension of aangeroepen
uninflected aangeroepen
inflected aangeroepen
positive
predicative/adverbial aangeroepen
indefinite m./f. sing. aangeroepen
n. sing. aangeroepen
plural aangeroepen
definite aangeroepen
partitive aangeroepens