zonnebril
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of zon (“sun”) + -e- + bril (“(pair of) glasses”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]zonnebril m (plural zonnebrillen, diminutive zonnebrilletje n)
- a pair of sunglasses
- Op een zonnige dag draag ik altijd mijn zonnebril om mijn ogen te beschermen tegen de felle zon.
- On a sunny day, I always wear my sunglasses to protect my eyes from the bright sun.