Jump to content

ziekteverwekker

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Compound of ziekte +‎ verwekker.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈzik.tə.vɛrˌʋɛ.kər/, /ˈzik.tə.vərˌʋɛ.kər/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ziek‧te‧ver‧wek‧ker

Noun

[edit]

ziekteverwekker m (plural ziekteverwekkers, diminutive ziekteverwekkertje n)

  1. pathogen, germ
    Synonym: pathogeen