Jump to content

zegsvrouw

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Modelled on zegsman.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈzɛxs.frɑu̯/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: zegs‧vrouw

Noun

[edit]

zegsvrouw f (plural zegsvrouwen, diminutive zegsvrouwtje n, masculine zegsman)

  1. spokeswoman

Synonyms

[edit]