zegereeks
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of zege (“triumph”) + reeks (“series”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]zegereeks f (plural zegereeksen, diminutive zegereeksje n)
Compound of zege (“triumph”) + reeks (“series”).
zegereeks f (plural zegereeksen, diminutive zegereeksje n)