Jump to content

westwaarts

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch westwaert. Equivalent to west (west) +‎ -waarts (-wards).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈʋɛst.ʋaːrts/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: west‧waarts

Adverb

[edit]

westwaarts

  1. westwards

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: weswaarts

Adjective

[edit]

westwaarts (comparative westwaartser, superlative meest westwaarts or westwaartst)

  1. westward, westerly

Declension

[edit]
Declension of westwaarts
uninflected westwaarts
inflected westwaartse
comparative westwaartser
positive comparative superlative
predicative/adverbial westwaarts westwaartser het westwaartst
het westwaartste
indefinite m./f. sing. westwaartse westwaartsere westwaartste
n. sing. westwaarts westwaartser westwaartste
plural westwaartse westwaartsere westwaartste
definite westwaartse westwaartsere westwaartste
partitive westwaarts westwaartsers