wereldkampioen
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]wereldkampioen m (plural wereldkampioenen, diminutive wereldkampioentje n, feminine wereldkampioene)
- world champion
- Hij won de race en werd uitgeroepen tot wereldkampioen van het seizoen.
- He won the race and was declared world champion of the season.
- De Nederlandse voetbalploeg werd wereldkampioen in het jaar 2010.
- The Dutch football team became world champion in the year 2010.
- Ze is een getalenteerde atlete en hoopt ooit een wereldkampioene te worden.
- She is a talented athlete and hopes to become a world champion someday.