weeuw
Appearance
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]weeuw f (plural weeuwen, diminutive weeuwtje n)
- (archaic, poetic) Contraction of weduwe (“widow”).
- 18??, J.J.L. ten Kate, “Oorlog”
- Dat hij de banden scheurt door Scheppers hand geweven – / De weeuw van wanhoop, en den wees van wraak doet beven
- That he tears the bonds woven by the Creator – the widow of despair, the orphan of revenge does tremble
- Dat hij de banden scheurt door Scheppers hand geweven – / De weeuw van wanhoop, en den wees van wraak doet beven
- 18??, J.J.L. ten Kate, “Oorlog”