Jump to content

waarschuwend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

waarschuwend

  1. present participle of waarschuwen

Declension

[edit]
Declension of waarschuwend
uninflected waarschuwend
inflected waarschuwende
positive
predicative/adverbial waarschuwend
waarschuwende
indefinite m./f. sing. waarschuwende
n. sing. waarschuwend
plural waarschuwende
definite waarschuwende
partitive waarschuwends

Anagrams

[edit]