Jump to content

vrijdags

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From vrijdag +‎ -s.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

vrijdags (not comparable)

  1. Friday

Declension

[edit]
Declension of vrijdags
uninflected vrijdags
inflected vrijdagse
comparative
positive
predicative/adverbial vrijdags
indefinite m./f. sing. vrijdagse
n. sing. vrijdags
plural vrijdagse
definite vrijdagse
partitive vrijdags

Adverb

[edit]

vrijdags

  1. Friday