vormloos

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Alternative forms

[edit]

Etymology

[edit]

From vorm (form, shape) +‎ -loos (-less).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: vorm‧loos

Adjective

[edit]

vormloos (comparative vormlozer, superlative meest vormloos or vormloost)

  1. formless, shapeless

Declension

[edit]
Declension of vormloos
uninflected vormloos
inflected vormloze
comparative vormlozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial vormloos vormlozer het vormloost
het vormlooste
indefinite m./f. sing. vormloze vormlozere vormlooste
n. sing. vormloos vormlozer vormlooste
plural vormloze vormlozere vormlooste
definite vormloze vormlozere vormlooste
partitive vormloos vormlozers