voorzij
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Etymology 1
[edit]Derived from voorzijde through syncope; compare weer, teer, leer, blij.
Noun
[edit]voorzij f or m (plural voorzijdes or voorzijden)
- Alternative form of voorzijde (“front side”)
Etymology 2
[edit]See the etymology of the corresponding lemma form.
Verb
[edit]voorzij