voordeel
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From Middle Dutch voredêel. Equivalent to voor (“in front”) + deel (“part, piece”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]voordeel n (plural voordelen, diminutive voordeeltje n)
From Middle Dutch voredêel. Equivalent to voor (“in front”) + deel (“part, piece”).
voordeel n (plural voordelen, diminutive voordeeltje n)