vertrouwensbreuk
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From vertrouwen + -s- + breuk. Compare German Vertrauensbruch.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]vertrouwensbreuk f (plural vertrouwensbreuken)
- (law) breach of trust
- De directeur van het bedrijf werd beschuldigd van een vertrouwensbreuk toen hij geld van het bedrijf voor persoonlijke doeleinden gebruikte.
- The company's director was accused of a breach of trust when he used company funds for personal purposes.