verkoopprijs
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From verkoop (“sale”) + prijs (“price”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]verkoopprijs m (plural verkoopprijzen, diminutive verkoopprijsje n)
- bidding price
- De hoogste verkoopprijs werd geboden tijdens de veiling.
- The highest bidding price was offered during the auction.
- Het schilderij werd verkocht voor een aanzienlijke verkoopprijs.
- The painting was sold for a substantial bidding price.
- De verkoper was tevreden met de behaalde verkoopprijs van zijn antieke meubels.
- The seller was satisfied with the achieved bidding price of his antique furniture.