verbloemend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

verbloemend

  1. present participle of verbloemen

Declension

[edit]
Declension of verbloemend
uninflected verbloemend
inflected verbloemende
positive
predicative/adverbial verbloemend
verbloemende
indefinite m./f. sing. verbloemende
n. sing. verbloemend
plural verbloemende
definite verbloemende
partitive verbloemends

Anagrams

[edit]