Jump to content

verbazingwekkend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From verbazing (amazement) +‎ wekkend (arousing).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

verbazingwekkend (comparative verbazingwekkender, superlative verbazingwekkendst)

  1. amazing

Declension

[edit]
Declension of verbazingwekkend
uninflected verbazingwekkend
inflected verbazingwekkende
comparative verbazingwekkender
positive comparative superlative
predicative/adverbial verbazingwekkend verbazingwekkender het verbazingwekkendst
het verbazingwekkendste
indefinite m./f. sing. verbazingwekkende verbazingwekkendere verbazingwekkendste
n. sing. verbazingwekkend verbazingwekkender verbazingwekkendste
plural verbazingwekkende verbazingwekkendere verbazingwekkendste
definite verbazingwekkende verbazingwekkendere verbazingwekkendste
partitive verbazingwekkends verbazingwekkenders

Adverb

[edit]

verbazingwekkend

  1. amazingly
    Verbazingwekkend genoeg vermelden de annalen slechts negen tot zestien slachtoffers.[1] — Amazingly enough, the annals mention only nine to sixteen victims.

References

[edit]
  1. ^ Grote brand van Londen on the Dutch Wikipedia.Wikipedia nl