vakmanschap

Dutch

Etymology

From vakman +‎ -schap.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈvɑk.mɑnˌsxɑp/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: vak‧man‧schap

Noun

vakmanschap n (plural vakmanschappen, diminutive vakmanschapje n)

1. craftsmanship

   Dit prachtige meubelstuk is het resultaat van jarenlang ervaring en vakmanschap.

   This beautiful piece of furniture is the result of years of experience and craftsmanship.

   Het bedrijf staat bekend om zijn hoogwaardige producten en ongeëvenaard vakmanschap.

   The company is known for its high-quality products and unparalleled craftsmanship.

   De restauratie van het historische gebouw vereiste veel zorg en vakmanschap.

   The restoration of the historic building required a lot of care and craftsmanship.