Jump to content

uitmondend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitmondend

  1. present participle of uitmonden

Declension

[edit]
Declension of uitmondend
uninflected uitmondend
inflected uitmondende
positive
predicative/adverbial uitmondend
uitmondende
indefinite m./f. sing. uitmondende
n. sing. uitmondend
plural uitmondende
definite uitmondende
partitive uitmondends

Anagrams

[edit]