Jump to content

uitgespoeld

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgespoeld

  1. past participle of uitspoelen

Declension

[edit]
Declension of uitgespoeld
uninflected uitgespoeld
inflected uitgespoelde
positive
predicative/adverbial uitgespoeld
indefinite m./f. sing. uitgespoelde
n. sing. uitgespoeld
plural uitgespoelde
definite uitgespoelde
partitive uitgespoelds