tuchtroede
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From tucht (“discipline”) + roede (“rod”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file)
Noun
[edit]tuchtroede f (plural tuchtroeden or tuchtroedes, diminutive tuchtroedetje n)
From tucht (“discipline”) + roede (“rod”).
Audio: | (file) |
tuchtroede f (plural tuchtroeden or tuchtroedes, diminutive tuchtroedetje n)