subjectief

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Borrowed from French subjectif, from Latin subiectīvus. Equivalent to subject +‎ -ief.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌsʏp.jɛkˈtif/, /ˌsʏ.bjɛkˈtif/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: sub‧jec‧tief
  • Rhymes: -if

Adjective

[edit]

subjectief (comparative subjectiever, superlative subjectiefst)

  1. subjective

Declension

[edit]
Declension of subjectief
uninflected subjectief
inflected subjectieve
comparative subjectiever
positive comparative superlative
predicative/adverbial subjectief subjectiever het subjectiefst
het subjectiefste
indefinite m./f. sing. subjectieve subjectievere subjectiefste
n. sing. subjectief subjectiever subjectiefste
plural subjectieve subjectievere subjectiefste
definite subjectieve subjectievere subjectiefste
partitive subjectiefs subjectievers

Antonyms

[edit]

Derived terms

[edit]