steentijdperk
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From steen + tijdperk, from calque of Danish stenalder or German Steinzeitalter.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]steentijdperk n (uncountable)
- Stone Age [from 1830s]
- Synonyms: steentijd, steentijdvak, stenen tijdperk