slechtgehumeurd
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Adjective
[edit]slechtgehumeurd (comparative slechtgehumeurder, superlative slechtgehumeurdst)
- in a bad mood
Synonyms
[edit]- (ill-tempered): ontstemd, slechtgezind, gemelijk, met het verkeerde been uit bed gestapt
References
[edit]- Van Dale, 11. edition (1984)