Jump to content

schrijdend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

schrijdend

  1. present participle of schrijden

Declension

[edit]
Declension of schrijdend
uninflected schrijdend
inflected schrijdende
positive
predicative/adverbial schrijdend
schrijdende
indefinite m./f. sing. schrijdende
n. sing. schrijdend
plural schrijdende
definite schrijdende
partitive schrijdends