Jump to content

rijzend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

rijzend

  1. present participle of rijzen

Declension

[edit]
Declension of rijzend
uninflected rijzend
inflected rijzende
positive
predicative/adverbial rijzend
rijzende
indefinite m./f. sing. rijzende
n. sing. rijzend
plural rijzende
definite rijzende
partitive rijzends