raadzaam

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From raden +‎ -zaam.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈraːt.saːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: raad‧zaam

Adjective

[edit]

raadzaam (comparative raadzamer, superlative raadzaamst)

  1. advisable
    Synonyms: geraadzaam, geraden, welberaden

Declension

[edit]
Declension of raadzaam
uninflected raadzaam
inflected raadzame
comparative raadzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial raadzaam raadzamer het raadzaamst
het raadzaamste
indefinite m./f. sing. raadzame raadzamere raadzaamste
n. sing. raadzaam raadzamer raadzaamste
plural raadzame raadzamere raadzaamste
definite raadzame raadzamere raadzaamste
partitive raadzaams raadzamers

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: raadsaam