parool

Dutch

Etymology

From Old French parole (“word, formal promise”), from Late Latin parabola (“speech”).

Pronunciation

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: pa‧rool
• Rhymes: -oːl

Noun

parool n (plural parolen)

1. slogans, words
   • 2021 June, Hanco Jürgens, Gebruik en misbruik van de geschiedenis door radicaal-rechts in Duitsland, Platform WO2‎^[1]:

     Om te begrijpen hoe radicaal-rechts in Duitsland het verleden instrumentaliseert tijdens de coronacrisis, is het van belang om de veranderingen binnen dit rechts-radicale discours nader onder de loep te nemen. Onder invloed van de Franse Nouvelle Droite heeft radicaal-rechts immers rond 2000 afstand genomen van expliciete neonazi-parolen.

     To understand how the radical right in Germany is instrumentalizing the past during the corona crisis, it is important to take a closer look at the changes within this right-wing radical discourse. Under the influence of the French Nouvelle Droite, the radical right distanced itself from explicit neo-Nazi slogans around 2000.

2. a password, code of entry
   • 1797, Johannes Allart, Nederlandsch placaat- en rechtskundig woordenboek; behelzende al het geen, door de hoog mog. heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en de edele groot mog. heeren Staaten van Holland, Zeeland en West-Vriesland, zedert de vroegste tijden, over allerleije zaaken, bij placaaten, resolutien en ordonnantien vastgesteld is, Volume 1‎^[2]:

     in tijd van oorlog zal het binnen Parool na het fluiten van de Poorten aan de Hoofdwacht worden uitgegeven, alwaar de Adjudanten zich zullen moeten bevinden , als mede de fergeanten van de poorten daar Officieren de wacht hebben , om van den onder Major het Parool te ontvangen , als mede de ordre van de wachten voor den volgenden dag , voor het overbrengen van welke zij Adjudanten zullen moeten verantwoorden ;

     (please add an English translation of this quotation)

3. a promise, word of honor
   • 1756, Pieter Langendijk, “Vijfde bedryf, derde tooneel”, in Xantippe of het booze wijf des filozoofs Sokrates beteugeld‎^[3]:

     Want de ervarentheid heeft ons geleerd dat zy de krygsgevangenen zeer qualyk traktéren,
     En dat zy nooit de beleetdheid gehad hebben om iemand te rug te zenden op zyn parool, of woord van eer.

     (please add an English translation of this quotation)

   Het Parool — a Dutch newspaper

Descendants

• → Russian: пароль (parolʹ) (likely)

Estonian

Etymology

From French parole (“speech; word”), via Russian пароль (parolʹ), ultimately from Latin parabola (“comparison”), from Ancient Greek παραβολή (parabolḗ, “comparison”). Doublet of parabool.

Pronunciation

• IPA^(key): /pɑˈroːl/, [pɑˈroːl]
• Rhymes: -oːl
• Hyphenation: pa‧rool

Noun

parool (genitive parooli, partitive parooli)

1. (military) password (an agreed-upon word)

   Synonyms: salasõna, märgusõna, tunnussõna, leppesõna

2. (computing) password (a string of characters that allows secure access to a computer system)

   Synonym: salasõna

Declension

Declension of parool (ÕS type 22e/riik, length gradation)
		singular	plural
nominative		parool	paroolid
accusative	nom.
	gen.	parooli
genitive			paroolide
partitive		parooli	paroole paroolisid
illative		parooli paroolisse	paroolidesse paroolesse
inessive		paroolis	paroolides parooles
elative		paroolist	paroolidest paroolest
allative		paroolile	paroolidele paroolele
adessive		paroolil	paroolidel paroolel
ablative		paroolilt	paroolidelt paroolelt
translative		parooliks	paroolideks parooleks
terminative		paroolini	paroolideni
essive		paroolina	paroolidena
abessive		paroolita	paroolideta
comitative		parooliga	paroolidega

Compounds

• paroolikaart

 

References

• parool in Sõnaveeb (Eesti Keele Instituut)
• “parool”, in [EKSS] Eesti keele seletav sõnaraamat [Descriptive Dictionary of the Estonian Language] (in Estonian) (online version), Tallinn: Eesti Keele Sihtasutus (Estonian Language Foundation), 2009