parkeergarage
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From parkeren + garage, calque of English parking garage.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]parkeergarage f (plural parkeergarages, diminutive parkeergaragetje n)
- parking garage; indoor car park (compare: parkeerterrein) [from ca. 1929]
- 1929 January 8, “Fabrieksuitbreiding der General Motors”, in Bataviaasch Nieuwsblad, Vol. 75, No. 30, part 1, page 2:
- Aan de voorzijde, gelegen aan den nieuwen hoofdoprijweg naar de fabriek, heeft het een groote parkeergarage voor auto's van fabrieksemployees.
- (please add an English translation of this quotation)