Jump to content

overtuigd

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -œy̯xt

Participle

[edit]

overtuigd

  1. past participle of overtuigen

Declension

[edit]
Declension of overtuigd
uninflected overtuigd
inflected overtuigde
positive
predicative/adverbial overtuigd
indefinite m./f. sing. overtuigde
n. sing. overtuigd
plural overtuigde
definite overtuigde
partitive overtuigds