overgrootmoeder

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From overgroot- +‎ moeder.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈoːvərɣroːtˌmudər/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: over‧groot‧moe‧der

Noun

[edit]

overgrootmoeder f (plural overgrootmoeders, diminutive overgrootmoedertje n, masculine overgrootvader)

  1. great-grandmother
[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: oorgrootmoeder