Jump to content

opzoekend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

opzoekend

  1. present participle of opzoeken

Declension

[edit]
Declension of opzoekend
uninflected opzoekend
inflected opzoekende
positive
predicative/adverbial opzoekend
opzoekende
indefinite m./f. sing. opzoekende
n. sing. opzoekend
plural opzoekende
definite opzoekende
partitive opzoekends