opgesprongen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

opgesprongen

  1. past participle of opspringen

Declension

[edit]
Declension of opgesprongen
uninflected opgesprongen
inflected opgesprongen
positive
predicative/adverbial opgesprongen
indefinite m./f. sing. opgesprongen
n. sing. opgesprongen
plural opgesprongen
definite opgesprongen
partitive opgesprongens