Jump to content

op zoek

From Wiktionary, the free dictionary
See also: opzoek

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adverb

[edit]

op zoek

  1. (usually with naar) in search of
    Hij verliet de kamer en ging in zijn eentje op zoek naar de keuken.
    He left the room and went in search of the kitchen by himself.

Anagrams

[edit]