oostelijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch oostelijc. Equivalent to oost +‎ -e- +‎ -lijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈoːs.tə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: oos‧te‧lijk

Adjective

[edit]

oostelijk (comparative oostelijker, superlative oostelijkst)

  1. eastern

Declension

[edit]
Declension of oostelijk
uninflected oostelijk
inflected oostelijke
comparative oostelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial oostelijk oostelijker het oostelijkst
het oostelijkste
indefinite m./f. sing. oostelijke oostelijkere oostelijkste
n. sing. oostelijk oostelijker oostelijkste
plural oostelijke oostelijkere oostelijkste
definite oostelijke oostelijkere oostelijkste
partitive oostelijks oostelijkers

Antonyms

[edit]