Jump to content

oorzakelijk

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From oorzaak +‎ -e- +‎ -lijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌoːrˈzaː.kə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: oor‧za‧ke‧lijk

Adjective

[edit]

oorzakelijk (not comparable)

  1. causal

Declension

[edit]
Declension of oorzakelijk
uninflected oorzakelijk
inflected oorzakelijke
comparative
positive
predicative/adverbial oorzakelijk
indefinite m./f. sing. oorzakelijke
n. sing. oorzakelijk
plural oorzakelijke
definite oorzakelijke
partitive oorzakelijks

Derived terms

[edit]