onvergetelijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From on- +‎ vergeten +‎ -e- +‎ -lijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌɔn.vɛrˈɣeː.tə.lək/, /ˌɔn.vərˈɣeː.tə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧ver‧ge‧te‧lijk

Adjective

[edit]

onvergetelijk (comparative onvergetelijker, superlative onvergetelijkst)

  1. unforgettable

Declension

[edit]
Declension of onvergetelijk
uninflected onvergetelijk
inflected onvergetelijke
comparative onvergetelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onvergetelijk onvergetelijker het onvergetelijkst
het onvergetelijkste
indefinite m./f. sing. onvergetelijke onvergetelijkere onvergetelijkste
n. sing. onvergetelijk onvergetelijker onvergetelijkste
plural onvergetelijke onvergetelijkere onvergetelijkste
definite onvergetelijke onvergetelijkere onvergetelijkste
partitive onvergetelijks onvergetelijkers

Derived terms

[edit]