Jump to content

ontslagen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

ontslagen

  1. past participle of ontslaan

Declension

[edit]
Declension of ontslagen
uninflected ontslagen
inflected ontslagen
positive
predicative/adverbial ontslagen
indefinite m./f. sing. ontslagen
n. sing. ontslagen
plural ontslagen
definite ontslagen
partitive ontslagens

Noun

[edit]

ontslagen

  1. plural of ontslag