Jump to content

onthaald

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -aːlt

Participle

[edit]

onthaald

  1. past participle of onthalen

Declension

[edit]
Declension of onthaald
uninflected onthaald
inflected onthaalde
positive
predicative/adverbial onthaald
indefinite m./f. sing. onthaalde
n. sing. onthaald
plural onthaalde
definite onthaalde
partitive onthaalds
Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=onthaald&oldid=79596703"