Jump to content

ontbrekend

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

ontbrekend

  1. present participle of ontbreken

Declension

[edit]
Declension of ontbrekend
uninflected ontbrekend
inflected ontbrekende
positive
predicative/adverbial ontbrekend
ontbrekende
indefinite m./f. sing. ontbrekende
n. sing. ontbrekend
plural ontbrekende
definite ontbrekende
partitive ontbrekends