ongeinig

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From on- +‎ geinig.

Pronunciation

[edit]
  • Hyphenation: on‧gei‧nig

Adjective

[edit]

ongeinig (comparative ongeiniger, superlative ongeinigst)

  1. (Netherlands, informal) unfunny
    • 1990 November 15, “Pleegvader ontfermt zich over rotjoch”, in De Volkskrant[1], 's-Hertogenbosch:
      De kwajongensstreken in de film zijn zo zouteloos en ongeinig, dat je het liefst zou hebben dat de projectietechniek in een bioscoop het mogelijk maakt de boel snel door te draaien.
      The acts of mischief in the film so bland and unfunny that you would like for the projection techniques in the cinema to make it possible to quickly fast forward the whole thing.

Declension

[edit]
Declension of ongeinig
uninflected ongeinig
inflected ongeinige
comparative ongeiniger
positive comparative superlative
predicative/adverbial ongeinig ongeiniger het ongeinigst
het ongeinigste
indefinite m./f. sing. ongeinige ongeinigere ongeinigste
n. sing. ongeinig ongeiniger ongeinigste
plural ongeinige ongeinigere ongeinigste
definite ongeinige ongeinigere ongeinigste
partitive ongeinigs ongeinigers