Jump to content

onaardig

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From on- +‎ aardig.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌɔnˈaːr.dəx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧aar‧dig
  • Rhymes: -aːrdəx

Adjective

[edit]

onaardig (comparative onaardiger, superlative onaardigst)

  1. unkind, mean
    Synonym: gemeen
    Antonym: aardig
    Doe niet zo onaardig tegen je moeder!
    Don't be so unkind to your mother!
  2. (chiefly negated) bad, unsatisfactory
    Antonym: aardig
    Dat is geen onaardig resultaat.
    That's not a bad result.

Declension

[edit]
Declension of onaardig
uninflected onaardig
inflected onaardige
comparative onaardiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial onaardig onaardiger het onaardigst
het onaardigste
indefinite m./f. sing. onaardige onaardigere onaardigste
n. sing. onaardig onaardiger onaardigste
plural onaardige onaardigere onaardigste
definite onaardige onaardigere onaardigste
partitive onaardigs onaardigers

Derived terms

[edit]