olijfboom
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From Middle Dutch olivebôom. Equivalent to olijf (“olive”) + boom (“tree”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]olijfboom m (plural olijfbomen, diminutive olijfboompje n)
From Middle Dutch olivebôom. Equivalent to olijf (“olive”) + boom (“tree”).
olijfboom m (plural olijfbomen, diminutive olijfboompje n)