neerslag
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]neerslag m (plural neerslagen, diminutive neerslagje n)
- rainfall, precipitation
- De neerslag was erg zwaar gisteren.
- The rainfall was very heavy yesterday.
- Er wordt veel neerslag voorspeld voor dit weekend.
- A lot of precipitation is predicted for this weekend.
- De boeren zijn blij met de recente neerslagen.
- The farmers are happy with the recent rainfalls.
- fallout
- Synonym: fall-out
- result, outcome, elaboration
- de schriftelijke neerslag van zijn onderzoek.
- the written elaboration of his research.