naamwoordstijl
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From naamwoord (“noun”) + stijl (“style”).
Noun
[edit]naamwoordstijl m (plural naamwoordstijlen, diminutive naamwoordstijltje n)
From naamwoord (“noun”) + stijl (“style”).
naamwoordstijl m (plural naamwoordstijlen, diminutive naamwoordstijltje n)