misprijzend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

misprijzend

  1. present participle of misprijzen

Declension

[edit]
Declension of misprijzend
uninflected misprijzend
inflected misprijzende
positive
predicative/adverbial misprijzend
misprijzende
indefinite m./f. sing. misprijzende
n. sing. misprijzend
plural misprijzende
definite misprijzende
partitive misprijzends