meelijwekkend

Dutch

Etymology

From meelij +‎ wekkend.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

meelijwekkend (comparative meelijwekkender, superlative meelijwekkendst)

1. causing pity or sympathy
2. pitiful, pathetic

Declension

Declension of meelijwekkend
uninflected	meelijwekkend
inflected	meelijwekkende
comparative	meelijwekkender
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		meelijwekkend	meelijwekkender	het meelijwekkendst het meelijwekkendste
indefinite	m./f. sing.	meelijwekkende	meelijwekkendere	meelijwekkendste
	n. sing.	meelijwekkend	meelijwekkender	meelijwekkendste
	plural	meelijwekkende	meelijwekkendere	meelijwekkendste
definite		meelijwekkende	meelijwekkendere	meelijwekkendste
partitive		meelijwekkends	meelijwekkenders	—

Synonyms

• deerniswekkend