marktleider
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of markt (“market”) + leider (“leader”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]marktleider m (plural marktleiders, diminutive marktleidertje n)
- market leader
- Dit bedrijf is de marktleider op het gebied van mobiele telefoons.
- This company is the market leader in the field of mobile phones.
- De marktleider lanceerde een innovatief product dat de concurrentie overtrof.
- The market leader launched an innovative product that surpassed the competition.
- De CEO van het bedrijf is trots op hun positie als marktleider in de branche.
- The CEO of the company is proud of their position as a market leader in the industry.